Geschiedenis Hegebeintum
Het ontstaan van het terpenlandschap
Het landschap langs de Friese kust heeft een bijzonder kenmerk: de terp. Terpen zijn door mensenhanden opgeworpen heuvels die bescherming moesten bieden tegen het opkomende zeewater. Ze werden regelmatig opgehoogd met klei, mest en huishoudelijk afval. Op de afbeelding hieronder zie je een afbeelding van een
vroeg middeleeuws terpdorp van Fé Pelsmaeker. De meeste terpen hebben hierdoor een hoogte bereikt van twee tot zeven meter boven NAP. De terp van Hegebeintum spant de kroon met bijna negen meter boven de zeespiegel. Omstreeks het jaar 1000 is het aanleggen van de zeedijken begonnen en verloren de terpen geleidelijk hun betekenis als vluchtplaats voor het wassende water.
Het afgraven van de terp
Terpen zijn in hun volle omvang blijven liggen tot het midden van de 19de eeuw. Toen zijn de terpen grotendeels afgegraven. Terpaarde bleek erg vruchtbaar en werd zo de kunstmest van de 19de eeuw, geschikt om de armere landbouwgronden te bemesten. Hele terpen verdwenen op deze manier, tenzij er een kerk of andere gebouwen op stonden. Zo bleef van de terp van Hegebeintum nog een steil en markant gedeelte over.
Het leven op een terp
De afgraving van de terp heeft wel iets positiefs opgeleverd. Na 1904 zijn bij het afgraven van de terp een groot aantal voorwerpen gevonden. Een belangrijk gedeelte is in samenwerking met het Fries Museum ondergebracht in de expositie van het Archeologisch Steunpunt, dat te vinden is in het Kennis- en Informatiecentrum. Hier kunnen bezoekers zich een goed beeld vormen van het leven van mensen vroeger op en rond de terpen.
Een uit de 7de eeuw afkomstige mantelspeld kan als één van de mooiste vondsten worden beschouwd. De vondsten hebben ons onder meer geleerd, dat deze terp uit de 5de eeuw vóór Christus dateert.
In 1997 is de afgraving op een realistische wijze gereconstrueerd. Deze is te zien aan de noordoostzijde van de terp. Hierbij is ook te zien hoe de terpaarde werd afgevoerd: door middel van ijzeren kiepkarretjes op rails.